Daniël 7


In de bijbel en specifiek in Daniël en Openbaring wordt heel veel geschreven in symbolische taal. Als iemand het oppervlakkig leest, dan begrijpt hij er niets van. Men moet er echt voor gaan zitten en de bijbel bestuderen om het te kunnen begrijpen. Bovendien moet met bidden om de Heilige Geest om het echt te kunnen begrijpen. Jezus sprak ook veel in gelijkenissen. De reden die Hij daarvoor gaf was dat het enkel aan gelovigen gegeven was om het te begrijpen. 

Een andere manier om het boek Daniël te begrijpen is te kijken naar de systematiek. In het boek komen meerdere visioenen voor. Al deze visioenen beschrijven de geschiedenis, echter, elk visioen vanuit een ander perspectief. 

Het boek Daniël beschrijft de grote strijd die eerst plaatsvond in de hemel tussen God en de duivel. De duivel werd op de aarde geworpen en daar zette hij de strijd voort tegen Gods kinderen. Deze grote strijd wordt aan het einde van de wereld gewonnen door Jezus.

In Daniël 7 wordt telkens heen en weer gesprongen tussen de hemel en de aarde. De geschiedenis op de aarde wordt in proza beschreven en die in de hemel in dichtvorm. De gelovigen op de aarde zien op deze manier dat God uiteindelijk het kwaad overwint.

De bijbel legt zichzelf uit. De bijbel moet gezien worden als één geheel. Symbolen of situaties kom je in andere boeken van de bijbel ook tegen en geven zo meer details vrij over een bepaalde zaak.

Als we kijken naar de symbolen in Daniël 7 dan komen we het volgende tegen.

Winden = opstand, oorlog beroering. Zie: Jeremia 49: 36 en Openbaring 7: 1

Zee (wateren) = volken, natiën, talen. Zie Openbaring 17: 15

Dieren = Koninkrijken. Zie Daniël 7: 17

Hoorns = Koning of koninkrijken 

De vier dieren zijn ook roofdieren en laten zo hun ware karakter zien. Jezus Christus heeft als symbool het lam.

Het verhaal vertelt dus over vier koninkrijken die uit de volkeren opkomen in tijden van oorlog en beroering.

In het boek Daniël zit een zekere systematiek. Hoofdstuk 5 en 6 spiegelen en 4 en 7 doen dat ook. In hoofdstuk 4 vind je dezelfde rijken en volgorde als in hoofdstuk 7. 

Het eerste dier is een leeuw met vleugels die later uitgerukt worden. Dit dier stelt Babylon voor ( Jeremia 4: 7 en 50: 17) In Babel kon je veel het symbool leeuw vinden in beelden en muurschilderingen. De vleugels laten expansie zien van het rijk, dat op een gegeven moment ophoudt. 

Het volgende dier is een beer. Het stelt de Meden en de Perzen voor. De ribben in zijn bek zijn de drie volkeren die zij veroverd hebben, Babylonië, Lidya en Egypte. Dat één kant hoger werd dan de ander kun je zien doordat eerst de Meden aan de macht waren maar dat daarna de Perzen sterker bleken en de macht overnamen.

Het derde dier is een luipaard. Dit duidt op Griekenland. Een luipaard is een snel dier en de expansie werd nog sneller door de vier vleugels. Griekenland met Alexander de Grote heeft ook in zeer korte tijd, 3 jaar, de bijna gehele bekende wereld van die tijd veroverd.

Het vierde dier is een schrikwekkend dier, met onder andere ijzeren tanden. IJzer waren we ook al tegengekomen in het beeld van Nebukadnezar’s droom. Het is het Romeinse rijk.

Voor wij aan de uitleg van het vierde dier beginnen, volgen wij de wijsheid van het verhaal. Daniël was zeer ontdaan over de schrikwekkendheid van het vierde dier. 

Voordat hij uitleg kreeg, vond God het belangrijk om te laten weten dat aan dit vreselijke dier, dus een koninkrijk, een einde komt. Dat God op een gegeven moment zal ingrijpen. Het visioen laat op indrukwekkende manier zien dat God op zijn troon plaatsneemt als rechter en dat de boeken worden geopend. De uitspraak leidt ertoe dat het dier gedood werd en dat Jezus, de Mensenzoon, komt. Hij verkrijgt de heerschappij, eer en het koningschap over alle volken tot in eeuwigheid.

Nu krijgt Daniël de uitleg van wat in de toekomst zal geschieden. Vooral het vierde dier.

De uitleg is niet enkel kennis van nu, maar al eeuwen geleden wisten de mensen dit vierde dier al te duiden. Maarten Luther noemde dit vierde dier al de Rooms Katholieke kerk, gezien als instituut.

Wij zijn het hier mee eens en wel om de volgende redenen. We lopen al de kenmerken langs van het dier.

Hij verschilde van al de andere. De Rooms Katholieke was niet enkel een religieuze kerk, maar ook een wereldse macht. Hij verbond zich met regeringen en oefende op deze manier grote macht uit.

De tien horens en de kleine hoorn. In het beeld van Daniël twee en ook in volgende visioenen zien we dat na Griekenland, het Romeinse rijk volgde. Uit dit rijk kwamen de 10 hoorns tevoorschijn. In de geschiedenis van het West Romeinse rijk zien we dat dit na zijn glorietijd uiteen viel in tien rijken. De Herulen, Vandalen, Oostgothen, Lombarden, Franken, Bourgondiërs, Westgothen, Sueven, Alemanen en de Saksen.

De kleine hoorn die steeds groter werd komt dus na deze tien rijken. Om echt aan de macht te komen werden eerst drie rijken uitgerukt, die in de weg stonden. Dit zijn de Herulen, de Vandalen en de Oostgothen. Zij hadden een geloof dat anders was dan waar de Paus voor stond en moesten daarom verdwijnen. Van hen is niets meer terug te vinden.

Het zal heel de aarde verslinden. De Rooms Katholieke kerk had in de middeleeuwen macht over heel Europa en voerde daar een schrikbewind uit tegen de ware gelovigen. In de eindtijd, in Openbaring, komen we dit beest weer tegen en daar wordt vertelt dat de gehele aarde dit beest in verwondering achterna loopt.

Het spreekt woorden tegen de Allerhoogste. Openbaring 13: 5 spreekt over godslasteringen. Godslasteringen zijn volgens de bijbel als je zegt zonden te kunnen vergeven (Lucas 5: 20, 21). Enkel God kan dat, maar de Paus vergeeft je je zonden na de biecht. Ook wanneer je jezelf als God maakt (Joh 10: 33). De paus zegt plaatsvervanger van Christus te zijn en als zodanig bijvoorbeeld ook Gods wet te kunnen veranderen.

De heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Zoals al gezegd, het is dus niet enkel een wereldse macht, maar ook een geestelijke macht. In de middeleeuwen zijn vermoedelijk meer dan een miljoen mensen gedood door de inquisitie van de Rooms Katholieke kerk. Ook zijn er diverse kruistochten gevoerd, niet enkel tegen de moslims, maar ook tegen groepen ware gelovigen. Saillant detail is dat de moslims in hun veroverde gebieden, sabbatvierders en ware gelovigen beschermden en in leven liet onder het motto: uw vijand is onze vijand, dus ben jij onze vriend.

Hij zal er op uit zijn bepaalde tijden en wet te veranderen. De paus heeft de wet van God en wel specifiek het vierde gebod, de sabbat veranderd in de zondag. Hij zegt dit te kunnen doen als bewijs van zijn autoriteit. Hij heeft dus zowel de wet als de tijden van God veranderd. Verder heeft hij de Gregoriaanse kalender ingevoerd, waardoor kerkelijke feestdagen verschoven werden, en wel zo dat Pasen valt op de verjaardag van Ista (Easter in het Engels). 

De wet komt steeds meer op de achtergrond te staan en de traditie krijgt de overhand. Traditie is menselijke leer die doorgegeven wordt in de generaties. De paus denkt tradities te kunnen instellen omdat hij onfeilbaar is. Echter niemand is onfeilbaar en als je kijkt naar sommige tradities dan zie je ook dat ze tegen de wet ingaan. Beelden van heiligen en Maria worden aanbeden. Het tweede gebod. De RK kerk zit vol tradities zoals kinderdoop, bidden voor de doden, heiligverklaringen, bidden naar beelden van hen en Maria, het hele gebeuren rond de Mariaverering, vagevuur, aflaten, enz. Eigenlijk zet het de traditie voort die grote vormen gekregen had in het Joodse geloof.

In de tijd van Jezus was er ook al veel van die traditie in het Joodse geloof te zien. Jezus waarschuwde daar veel tegen in de discussies met de Farizeeërs. In Markus 7 vragen de schriftgeleerden waarom de discipelen hun handen niet wassen volgens de overlevering van de ouden (traditie). Maar Jezus haalt Jesaja 29: 13 aan waarin zij huichelaars genoemd worden. En Hij zegt verder: Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn (traditie). Want terwijl u het gebod van God (de 10 geboden) nalaat, houdt u zich aan de overlevering van mensen. 

De grondslag voor traditie is dat er een bovenlaag van wetgeleerden is en daaronder het domme volk dat niets weet. Het kerkvolk werd daarom ver gehouden van de bijbel.

Hij krijgt de macht voor een tijd, tijden en een halve tijd. Een tijd kun je zien als een jaar. Tijden als twee jaar en een halve tijd als een half jaar. Een bijbels jaar is 360 dagen, dus in totaal 1260 dagen. Dit aantal dagen kom je meer tegen in de bijbel om het schrikbewind te identificeren. Openbaring 11: 2 geeft tweeënveertig maanden, Openbaring 11: 3 zegt 1260 dagen, Openbaring 13: 5 spreekt weer van 42 maanden. Een dag wordt in Numeri 14: 34 uitgelegd als een jaar. Het schrikbewind is dus 1260 jaar aan de macht. Klopt dat? 

In 538 was de derde hoorn verslagen en verklaarde keizer Justinianus dat de paus het hoofd werd van alle kerken. Dit werd verankerd in een wet dat allen die het niet eens waren met de kerkelijke wetten vervolgd en gedood konden worden. We zagen het al in vorige hoofdstukken dat er scheiding moet zijn tussen kerk en staat. Hier kreeg de kerk zeggenschap over de staat. In de vroege middeleeuwen was er ook maar één grote autoriteit in Europa, de Rooms Katholieke kerk. Er was een groot machtsvacuüm. De paus zegende keizers in en liet bijvoorbeeld koning Frederick van Duitsland op blote voeten in de sneeuw wachten voor een audiëntie. Het jaar 538 is dus het startpunt van de 1260 jaar. Dan is 1798 het eindpunt. De bijbel klopt precies. In 1798 veroverde generaal Berthier van Frankrijk Rome en zette de paus af en gevangen. Dit was dus het einde van de wereldse macht van de Rooms Katholieke kerk. 

We zitten wel met een probleem. Na dit dier lezen we dat het gerechtshof van de hemel zitting neemt en een eeuwig koninkrijk opgericht wordt. Dus dat Jezus terugkomt en het hemels koninkrijk op de nieuwe aarde wordt opgericht. 1798 is echter al lang geleden en het eeuwig koninkrijk is er nog niet. In Openbaring komen we hetzelfde schrikwekkende dier weer tegen. Daar wordt veel meer verteld over dit dier. Er staat dat het daar een dodelijke wonde krijgt, maar dat het hiervan herstelt. De dodelijke wonde kreeg het dus in 1798, het was al zijn macht kwijt, maar in de eindtijd zal het pausdom weer zijn wereldse macht terugkrijgen volgens Openbaring. We zien dit ook gebeuren nu dat de paus steeds meer en meer gezien wordt als de morele leider van de wereld. Hij krijgt het voor elkaar dat het Oostblok omvalt en dat Cuba en de VS weer met elkaar spreken. Verder schrijft hij encyclieken waar wereldse macht wordt gepromoot.


Zoals al verteld komen steeds in dichtvorm de gebeurtenissen in de hemel getoond. In vers 9 en 10 wordt God beschreven, Zijn enorme troon en de duizenden engelen die voor Hem staan. In Ezechiël vinden we een grotere beschrijving van dit enorme geheel. Er is sprake van een gerechtshof en boeken. Hierin staan de daden van een ieder en wordt er een eindoordeel over gegeven. Ook en vooral over het schrikwekkende dier.

Daarna wordt in vers 13 en 14 verhaalt hoe de Mensenzoon, Jezus, heerschappij krijgt over alle volken, talen en natiën. Een eeuwige heerschappij. Dit verkrijgt Hij na Zijn kruisdood en opstanding als Hij naar de hemel opvaart. We vinden hier ook een beschrijving van in Openbaring 5. 

In het derde dichtstuk van de hemel staat beschreven hoe de kleine hoorn, de duivel en trawanten, verdelgd en volledig vernietigd wordt. En hoe het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel gegeven zullen worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Een eeuwig koninkrijk.


Daniël is van dit visioen, zoals begrijpelijk, zeer verschrikt en, staat er, zijn gelaatskleur veranderde helemaal. Hij moet dit nog goed verwerken en diep over nadenken. In volgende hoofdstukken laat God hem nog meer zien over dit schrikwekkende dier.


Gelukkig is de goede afloop al bekend.


Daniël 8 >


In bovenstaande uitleg van Daniël 7 wordt het pausdom aangewezen als de kleine hoorn. Daar is niet iedereen over eens. In het volgende artikel wordt op deze discussie verder ingegaan.


KLEINE HOREN – GROOT PROBLEEM?

 

Voor rooms-katholieke gelovigen is hier geen sprake van een probleem. Tegenwoordig ook niet meer voor de meeste Protestanten. Want voor hen is koning Antiochus IV Epiphanes (175-164 v. Chr.) ‘de kleine horen’ uit Daniël 7.

 

Maar hoe zit dat met de Adventisten? Kunnen die nog altijd bij hun overtuiging blijven dat deze kleine horen niet Antiochus is, maar een andere macht? Het is de bedoeling van dit essay te onderzoeken of Adventisten nog wel goede redenen hebben om vast te houden aan hun overtuiging. 

 

Twee interpretatiemodellen: fundamenteel verschillend

Protestantse Bijbelverklaarders hebben eeuwenlang een historicistische uitleg aan deze profetie gegeven – en Adventisten zijn hen daarin gevolgd. Protestanten identificeerden de kleine horen uit Daniël 7 met het pausdom. Het hoeft geen betoog dat deze uitleg Rome niet welgevallig was. Al vrij spoedig kwamen de Jezuïeten met een verklaring om deze uitleg te ontkrachten. In 1614 zag het preteristische interpretatiemodel van Luis Del Alcazar het licht. Volgens deze uitleg was het verschijnen van de kleine horen ook wel een historisch feit, maar de Jezuïeten schreven de vervulling ervan toe aan de Seleucidische koning Antiochus IV en niet aan het pausdom. Deze Antiochus voerde van 175-164 v. Chr. een schrikbewind met betrekking tot het Joodse volk. De preteristen haalden met deze verklaring de angel uit de protestantse uitleg, want Rome ging nu vrijuit wat betreft de gruweldaden die in de profetie over de kleine horen worden vermeld. Figuur 1 hieronder is een beknopte weergave van de uitleg volgens beide modellen. 

  VISIOEN Dan.7             HISTORICISME          PRETERISME

---------------------------------------------------------------------------

1                Leeuw                                Babylon                       Babylon


-------------------------------------------------------------------------------------

2                 Beer                                   Medo-Perzië              Meden


--------------------------------------------------------------------------------------

3                Luipaard                           Griekenland              Perzen

                   (Panter)


--------------------------------------------------------------------------------------

4a             4e dier                                Romeinse Rijk          Griekenland

                        ↓                                                  ↓                                   ↓ 

                 Kleine Hoorn                     Pausdom                   Antiochus IV

4b               4e dier                                   Rome


--------------------------------------------------------------------------------------

5             Gods Rijk                               Gods Rijk                        xxxxx


--------------------------------------------------------------------------------------

Fig.1: Verschillende uitleg van het visioen van de vier dieren en de ‘kleine horen’


Vanzelfsprekend moesten de protestanten aanvankelijk niets van deze preteristische uitleg hebben. Maar naarmate de tegenstellingen met Rome geleidelijk aan begonnen te verbleken, kreeg deze rooms-katholieke uitleg steeds meer aanhangers onder de protestanten. Naar alle waarschijnlijkheid staat de meerderheid van protestantse theologen in onze tijd achter deze van oorsprong Jezuïtische uitleg. Er zijn tegenwoordig aanwijzingen dat er ook in adventistische kringen Bijbelverklaarders zijn die in toenemende mate welwillend staan ten opzichte van deze uitleg. 

 

Adventisten maken er aanspraak op dat de Schrift hun enige gezaghebbende bron is voor alle geloofspunten. Als we willen weten voor welk interpretatiemodel we moeten kiezen, is de eerste vraag die beantwoord moet worden: “Wat zegt de Schrift over dit onderwerp?” Daarvoor gaan we eerst te rade bij de profeet Daniël en daarna raadplegen we ook het boek Openbaring. Pas daarna kunnen we een gefundeerde keuze maken voor het ene model of het andere.

 

  EERSTE DEEL: DE KLEINE HOREN IN DANIËL

 

Om aan te kunnen tonen of Antiochus IV nu wél of niet de vervulling is van de kleine horen, is het noodzakelijk te kijken naar de bredere context van Daniël 7. Daarvoor betrekken we het tweede en achtste hoofdstuk bij onze beschouwing. 

 

Daniël aan het woord (Daniël 2, 7 en 8)

In Daniël 2 lezen we over de droom van koning Nebukadnezar waarin hij een beeld ziet en waarvan God vervolgens aan Daniël de betekenis bekendmaakt. Het beeld symboliseert Babylon en de opeenvolgende wereldrijken. Uiteindelijk zal het altijddurende Rijk van God op deze aarde worden opgericht (Dan.2.44).

 

In Daniël 7 geeft Daniël ons het verslag van een droom die hij nu zelf heeft gehad. Hij ziet vier opmerkelijke dieren na elkaar opkomen uit de zee. Die vier dieren blijken vier koninkrijken voor te stellen. Deze zullen echter verdwijnen en worden opgevolgd door een vijfde rijk, dat van de “heiligen van de Allerhoogste”. Ondanks een aantal details die Daniël te horen krijgt, met name over het vierde dier met de kleine horen, is hij nog altijd zeer ontdaan over zijn droom. Zoals hij het zelf verwoordt “Wat mij, Daniël, betreft, mijn gedachten brachten mij geheel in verwarring en ik werd bleek; ik bewaarde wat ik gezien had in mijn hart.”

 

Daniël 8. Maar God laat hem niet voorgoed in het onzekere verkeren. Daniël krijgt nu een visioen waarin hij getuige is van het gevecht tussen een ram en een geitenbok. De ram stelt het rijk van de Meden en Perzen voor. Dat zal worden verslagen door de geitenbok, die symbool staat voor het Griekse wereldrijk (Dan.8.20-21). Op zijn beurt valt dit Griekse rijk uiteen in vier delen, voorgesteld door de vier horens die in de plaats komen van die ene grote horen van de geitenbok (Dan.8.8,22). Uit één van die vier komt dan de kleine horen voort die zeer groot en zeer machtig wordt.

 

Als we deze drie hoofdstukken nauwkeurig lezen (inclusief de uitleg die Daniël van God ontvangt – zie linker kolom), kunnen we de hoofdzaken als volgt schematisch weergeven. 


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

                UITLEG                                               DANIËL2                                         DANIËL 7                                                  DANIËL 8

              --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

               1 Babylon                                 Hoofd van goud                      Leeuw met arendsvleugels              Visioen van Daniël 3e jaar 

                                                          U bent dat gouden hoofd                    Het EERSTE dier                                 van koning Belsazar 

              -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

              2 Medo-Perzië                          Borst van zilver                         Beer met 3 ribben in muil                    Ram met 2 horens 

                                               

      -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

              3 Griekenland              Buik en lendenen van koper                  Panter/Luipaard                           Geitenbok (1 grote horen)       

                                                      Daarna het DERDE koninkrijk              4 vleugels/ 4 koppen                                  Griekenland

                                                                                                                                          DERDE dier                                                       ↓                   

                                                                                                                                                                                                      4 horens/koninkrijken 

             --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

             4 Rome                                 Het VIERDE koninkrijk                 Het VIERDE dier/koninkrijk             Uit EEN v.d. VIER rijken 

                fase 1                                       Benen van ijzer                              Schrikwekkend dier met         (aan einde van hun koningschap) 

                                                                                                                                           10 horens 

                                                                                 ↓                                                                    ↓                                                            ↓ 

                fase 2                           Voeten/tenen van ijzer/leem                       Kleine horen                                      Kleine horen 

                                                               ↓                                                           ↓                                                    ↓   

                                                         in de dagen van die koningen             Gerechtshof houdt zitting      Zonder mensenhand gebroken 

            ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

            Gods Rijk                           Het Koninkrijk van God                   Het Koninkrijk van God              Gods heiligdom hersteld 

                                                        Steen die beeld vermorzelt               Kleine horen uitgeschakeld             Kleine horen vernietigd 

           ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

                                                                                 Fig.2: Overzicht van de profetieën van Daniël 2, 7 en 8 (historicistische interpretatie)


Dit overzicht laat zien dat deze drie hoofdstukken elkaar perfect aanvullen. Samen vormen ze een overzichtelijk en harmonisch geheel. In de linker kolom zijn de namen van deze wereldrijken vermeld, zoals we ze uit deze drie hoofdstukken kennen. De enige uitzondering is Rome. Uit de geschiedenis blijkt echter ondubbelzinnig dat Rome in deze context de opvolger is van het GrieksHellenistische wereldrijk. Maar ook met behulp van Openbaring kan worden aangetoond dat Rome het vierde wereldrijk is, zoals later in dit essay zal blijken.

 

Het is van groot belang nu in gedachten te houden dat de kleine horen in dit profetische panorama verschijnt tijdens de tweede fase van het Romeinse rijk (de voeten van het beeld uit Dan.2).

 

Preteristen en hun aanhangers zullen uiteraard het resultaat uit Fig.2 bestrijden en zeggen dat dit een historicistische weergave van de gegevens is. Zij zullen erop wijzen dat in hun visie er niet slechts één Medo-Perzisch rijk is maar dat er éérst het rijk van de Meden is dan daarna dat van de Perzen. Het is nu zaak die aanspraak aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.

 

Preterisme: een bewust geforceerde uitleg van ‘de Meden en Perzen’ 

Met welk recht kunnen we zeggen dat de preteristische uitleg van ‘de Meden en Perzen’ als twee opeenvolgende rijken geforceerd is? Om daarvoor het bewijs te leveren, blijven we voorlopig bij het boek Daniël. Figuur 3 is een schematisch overzicht van de historicistische uitleg van Daniël 2,7 en 8 (kolom 1-3) en van de preteristische interpretatie van Daniël 8 (kolom 4). 


  ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

            Daniël 2                               Daniël 7                         Daniël 8                               Daniël 8

     HISTORICISME               HISTORICISME             HISTORICISME                  PRETERISME 

  ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

            1e rijk                                     1e rijk                                1e rijk                                    1e rijk 

             Babylon                         Babylon                     Babylon                         Babylon 

       -------------------------------------------------------------------------------------------------------

                          2e rijk                                      2e rijk                                2e rijk                                    2e rijk 

                  Meden en Perzen            Meden en Perzen        Meden en Perzen                    Meden

                    (Dan.5.28)                              (Dan.5.28)                         (Dan.5.2

                      (Dan.8.20)                             (Dan.8.20)                         (Dan.8.20) 

                ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

                         3e rijk                                       3e rijk                                3e rijk                                      3e rijk 

                    Griekenland                       Griekenland                 Griekenland                              Perzen

                      (Dan.8.21)                             (Dan.8.21)                        (Dan.8.21) 

               ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

                          4e rijk                                        4e rijk                               4e rijk                                    4e rijk 

                   Naam onbekend          Naam onbekend        Naam onbekend             Naam onbekend 

                     Benen van ijzer 

                Voeten van ijzer/leem         Kleine horen                Kleine horen                     Kleine horen          

       ↓                                    ↓                                    ↓                                        ↓   

      ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

                             5e rijk                                5e rijk                                  5e rijk                                    5e rijk 

                          Gods rijk                         Gods rijk                           Gods rijk                         Naamloze Rijk?

               -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

                                                                             Fig.3: Daniël 2,7 en 8: historicistische en preteristische interpretatie

 

We gaan nu stap voor stap na wanneer welk rijk verschijnt en onder welke naam. Vanzelfsprekend gaat onze aandacht daarbij in het bijzonder uit naar de Meden en Perzen. 

 

1e rijk: Babylon. In Dan.2.38 lezen we dat Nebukadnezar het gouden hoofd is van het beeld waarvan hij droomde. Dit houdt in dat Babylon het eerste wereldrijk is. Ook de preteristen zijn de mening toegedaan dat Babylon het eerste wereldrijk is (Fig.1).

 

2e rijk: Medo-Perzië. Volgens Daniël 5.28 wordt het Babylonische rijk opgevolgd door de Meden en Perzen. We kennen hiermee dus de naam van het tweede rijk uit Daniël 2. Uit het parallelle karakter van Daniël 2, 7 en 8 volgt dan dat dit vanzelfsprekend het tweede rijk is in elk van deze drie hoofdstukken. Als we nu weer naar hoofdstuk 8 gaan, dan lezen we daar over het visioen van de ram en de geitenbok. Volgens de uitleg die Daniël krijgt, staat de ram symbool voor de Meden en Perzen (Dan.8.20). Hieruit blijkt dat zowel in Daniël 5.28 als in Daniël 8.20 de Meden én Perzen het tweede wereldrijk zijn. Desalniettemin stellen preteristen dat alléén de Meden het tweede rijk zijn. Voor hen worden de Perzen dan uiteraard het derde.

 

3e rijk: Griekenland. De geitenbok staat in het visioen van hoofdstuk 8 symbool voor het Griekse rijk (Dan.8.21). Aangezien deze bok de ram verslaat (d.i. de Meden en Perzen), is Griekenland het derde wereldrijk. Volgens de preteristen zou Griekenland echter het vierde rijk zijn (ná Babylon, de Meden en de Perzen).

 

4e rijk: Niet bij naam genoemd. In geen van de drie betreffende hoofstukken van Daniël wordt het vierde rijk bij naam genoemd. Wel blijkt uit Daniël 2 dat dit rijk twee fasen kent. De eerste wordt gesymboliseerd door de benen van ijzer. De betekenis daarvan is dat het rijk in deze fase hard zal zijn als ijzer. Het zal alles verbrijzelen en vermorzelen (Dan.2.40). De tweede fase is die van de voeten van ijzer gemengd met leem. Dit mengsel betekent “dat het een verdeeld koninkrijk zal zijn” (Dan.2.41, 42). Deze tweede fase verdient extra aandacht in verband met de komst van de kleine horen, vóórdat het vijfde rijk verschijnt.

 

5e rijk: Het rijk van God. Het is een belangrijk gegeven dat zowel in Daniël 2 als in 7 en 8 het rijk van God tevens het laatste is. Dit rijk wordt gevestigd aan het einde van de tweede fase van het rijk zonder naam. We lezen in Daniël 2: “In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan” (Dan.2.44).

 

We hebben al geconstateerd dat de gegevens uit Daniël 2 parallel lopen met die uit Daniël 7 en 8 en dat de kleine horen verschijnt in de tweede fase van het tijdperk van het naamloze rijk (de voeten van ijzer en leem; zie ook Fig. 2 en 3). Daarom betekent de komst van het Koninkrijk van God niet alleen het einde van “die koningen”, maar óók van de kleine horen. 

 

Een geforceerde interpretatie. Door bewust en doelgericht het rijk van de Meden en Perzen in tweeën te splitsen, maakte de Jezuïet Luis Del Alcazar van Griekenland het vierde wereldrijk. Omdat de kleine horen volgens Daniël 2 en 7 voortkomt uit dat vierde rijk, is dat nu Griekenland en niet langer Rome. Daardoor kon de horen niet langer meer met Rome en het pausdom worden geïdentificeerd. Deze geforceerde uitleg was uiteraard bedoeld om de historicistische uitleg te ontkrachten.

 

Preterisme: in strijd met de Schrift

Hierboven is aangetoond dat de preteristische uitleg op enkele essentiële punten in regelrechte tegenspraak is met de gegevens uit Daniël 2,7 en 8. Voor de duidelijkheid zullen we hieronder de argumenten tegen de preteristische interpretatie nog eens op een rij zetten. We beginnen met argumenten ontleend aan Daniël 2, 7 en 8. Daarna volgen nog twee ondersteunende argumenten elders uit het boek Daniël. Tot slot voegen we nog een historische bron aan deze argumenten toe. 

 

Argumenten tegen het preterisme (Daniël 2,7 en 8)

1)    Vierde rijk is naamloos in Daniël 2 en 7. In het preterisme heeft het vierde rijk wél een naam gekregen. Door het Medo-Perzisch rijk in tweeën te splitsen heeft men Griekenland in deze positie gemanoeuvreerd. Dat is dus in tegenspraak met de Schrift en leidt onvermijdelijk tot het probleem van punt 2 hieronder.

2)    Chronologie van het vierde rijk en de kleine horen. In Daniël 2 zien we dat het vierde rijk twee fasen kent. De eerste is het tijdperk van de benen van ijzer. De tweede fase is die van de voeten van ijzer en leem. Uit het parallelle karakter van Daniël 2, 7 en 8 volgt dat de kleine horen ten tijde van de koningen van dit verdeelde rijk niet alleen verschijnt maar ook samen met hen verdwijnt (zie Fig.2 en 3). Dat is om plaats te maken voor het rijk van God. Daarna zal er nooit meer een ander wereldrijk ontstaan (Dan.2.43-44). Het preterisme is hiermee rechtstreeks in tegenspraak. Volgens deze uitleg verschijnt en verdwijnt de kleine horen niet ten tijde van het naamloze rijk, maar tijdens het Griekse. Deze afwijkende chronologie vormt een waar struikelblok voor de preteristische interpretatie van de kleine horen. Bovendien leidt het ook tot de volgende vraag. 

 

3)    Waar is het naamloze rijk gebleven? Volgens de preteristen is Griekenland het vierde wereldrijk. Volgens Daniël wordt de kleine horen aan het einde daarvan vernietigd zonder dat daar een “mensenhand” aan te pas komt (Dan.8.25). Anders gezegd, de komst van Gods rijk betekent het einde van de kleine horen. Maar we weten óók dat dit Godsrijk nooit te gronde zal gaan (Dan.2.44). Er komt dus géén volgend wereldrijk meer. Dus hebben de preteristen hiermee een prangende vraag te beantwoorden: “Waar is in hun uitleg dan het naamloze rijk uit Daniël 2 en 7 gebleven?” Zolang de preteristen bij hun uitleg blijven dat de Meden en Perzen twee verschillende rijken zijn, zal deze vraag wel nooit bevredigend beantwoord kunnen worden.

 

4)    “Een wet van Meden en Perzen”. In het zesde hoofdstuk van Daniël zijn we getuige van intriges aan het hof van koning Darius. Een aantal medebestuurders van het rijk zijn jaloers op Daniël en willen hem uit de weg ruimen. Om dat te kunnen bereiken, bewegen ze de koning er toe een bevel uit te vaardigen dat niemand enige god of mens mag aanbidden behalve de koning. Ze dringen er bij hem op aan dit bevel de status te verlenen van een onveranderlijke en onherroepelijke “wet van Meden en Perzen”. De koning stemt daarmee in (Dan.6.10) en bevestigt later ook dat hij zich aan deze “wet van Meden en Perzen” dient te houden (Dan.6.13). Het is in dit verband van essentieel belang op te merken dat het hier gaat om een “wet van Meden én Perzen”. Want hiermee hebben we nog een direct en onweerlegbaar bewijs dat de preteristen ten onrechte spreken over twee aparte rijken. Immers, áls de Meden het éérste rijk zouden zijn, hoe zou Darius de Meder dan al bij voorbaat kunnen stellen dat zijn onherroepelijke wet óók een onherroepelijke wet zal zijn van de Perzen, een rijk dat nog moet komen? Voor wie desondanks aan de preteristische visie wil blijven vasthouden, moet de wens wel de vader zijn van de gedachte. Deze “wet van Meden en Perzen” is een duidelijk bewijs ten gunste van één ‘Medo-Perzisch’ rijk. Het bevestigt nog eens temeer dat het historicisme terecht stelt dat het rijk van ‘de Meden en Perzen’ geïnterpreteerd dient te worden als hét ‘Medo-Perzische rijk’.

 

5)    Uw rijk zal gegeven worden aan “de Meden en Perzen” (Dan.5.28). Als ‘de Meden en Perzen’ inderdaad zou moeten worden opgevat als éérst het rijk van de Meden en daarná dat van de Perzen, komt deze uitspraak van Daniël nogal vreemd over. Want toen koning Belsazar werd vermoord en Babylon daarmee was veroverd, hield het op als zelfstandig rijk te bestaan. Het is dan een integraal onderdeel geworden van dat rijk van “de Meden én Perzen” (Dan.5.28). Hoe zou Babylon dan daarna nog eens aan een ánder rijk dat later komt (namelijk aan diezelfde Perzen) gegeven kunnen worden? Wie bij deze visie wil blijven, heeft een merkwaardige en niet te verdedigen manier van een tekst lezen en interpreteren.

 

6)    Historische bronnen: het Medo-Perzische rijk. Behalve in de uitgebreide historische vakliteratuur is ook op internet voor iedereen goede en betrouwbare informatie over de Meden en Perzen te vinden. Als voorbeeld daarvan volgt hier een beknopte samenvatting van een van deze artikelen:

De Meden en de Perzen trokken rond 1000 voor Christus het westelijke deel van Iran binnen. Deze bevolkingsgroepen waren van oorsprong semi-nomadische herdersvolken en met elkaar verwante stammen. Ze leefden daar eeuwenlang volgens hun traditionele tribale levenswijze, totdat de Assyriërs in de periode 750650 noordwest Iran begonnen te koloniseren. Onder de bescherming van de Assyriërs ontstonden er toen al snel verschillende Medische chiefdoms. Rond 670 verloren de Assyriërs echter hun grip op Iran en kwamen de Medische chiefs er alleen voor te staan. Zij hebben zich toen mogelijk verenigd in een losse stammenfederatie.

Na enige tijd had Cyaxares, een van deze chiefs, veel aanzien en macht verkregen waardoor hij uiteindelijk de onbetwiste leider van de Medische stammenfederatie werd. Zo kon hij grote invloed uitoefenen, niet alleen op de Meden, maar ook op andere Iraanse volken zoals de Perzen. Zijn zoon, Astyages genaamd, was een tiran. Daarmee werkte hij de andere chiefs tegen zich in het harnas. Toen de Perzische chief Cyrus in 550 naar Ecbatana trok om deze Astyages uit te schakelen, sloten vele Medische chiefs zich bij hem aan. Samen namen zij de stad in en zetten zij Astyages af. Cyrus profileerde zich door deze overwinning als de nieuwe leider van de stammenfederatie en verplaatste het machtscentrum van Medië naar Perzië. Dit leidde er uiteindelijk toe dat een uit de kluiten gewassen Medisch-Perzische stammenfederatie eindelijk werd omgevormd tot een waar wereldrijk.

Bron: http://www.jhsg.nl/de-meden-en-de-perzen-van-stammenfederatie-tot-wereldrijk/

 

Uit dit artikel blijkt dat de Meden en Perzen verwante stammen waren. Enkele eeuwen nadat zij zich in Iran hadden gevestigd, begonnen zich de eerste vormen van een Medisch rijk af te tekenen. In een volgende fase (Cyrus) hadden de Perzen binnen een Medo-Perzische federatie de macht naar zich toegetrokken. Uiteindelijk ontwikkelde deze federatie zich tot het machtige wereldrijk van de Meden en Perzen. De machtspositie binnen dit rijk wisselde dus tussen de Meden en Perzen. Maar het was één Medo-Perzisch rijk dat ten tijde van Daniël het machtige Babylon overwon (Dan.5.28). De enige reden waarom preteristen dit rijk zo graag willen zien als twee opeenvolgende rijken, is te voorkomen dat de kleine horen kan worden geïdentificeerd met het pausdom, zoals in de historicistische uitleg het geval is.

 

1e voorlopige conclusie

Op grond van de analyse die we hebben gemaakt van Daniël 2, 7 en 8 én de argumenten die hierbij tegen de tweedeling van het Medo-Perzische rijk zijn aangevoerd, kunnen we al een voorlopige conclusie trekken: 

Bij de preteristische interpretatie van ‘de Meden en Perzen’ is sprake van manipulatie van Bijbels-historische feiten. Derhalve leidt het preterisme tot een geforceerde onjuiste interpretatie van de kleine horen.

 

Deze conclusie berust op een aantal argumenten ontleend aan het boek Daniël. Er is echter nog een tweede manier om de ondeugdelijkheid van het preteristische interpretatiemodel aan te tonen. Daarvoor moeten we het boek Openbaring bij deze beschouwing betrekken.

 

TWEEDE DEEL: OPENBARING EN DE KLEINE HOREN

 

Zowel in Daniël als in Openbaring is er sprake van een macht die het volk van God in grote benauwdheid brengt. In Daniël 7 en 8 is dat de kleine horen en in Openbaring 13 het beest uit de zee. We beginnen met deze twee machten met elkaar te vergelijken. Wat Daniël betreft, richten we onze aandacht voornamelijk op hoofdstuk 7. In Figuur 4 zijn de resultaten van deze vergelijking weergegeven.

 

Kleine horen en beest uit de zee: identieke kenmerken

Het zal een aandachtige lezer niet kunnen ontgaan dat er in deze vergelijking een hele reeks opvallende overeenkomsten blijken te bestaan tussen de kleine horen en het beest uit de zee. De belangrijkste hiervan zijn:

 

1)    Verzet tegen God. De kleine horen verzet zich tegen de Vorst van het hemelse leger

(Dan.8.10-11) en het beest laat zich aanbidden (Openb.13.4,12), terwijl aanbidding alleen God toekomt (Openb.14.7)

 

2)    Grootspraak. Van de kleine horen wordt tot wel drie keer toe vermeld dat grootspraak een van zijn kenmerken is (Dan.7.8,20,25). Ook van het beest wordt nadrukkelijk vermeld dat het zich onderscheidt door grootspraak en Godslastering (Openb.13.1,5,6).

 

3)    Strijd tegen ‘de heiligen’. In Daniël duurt deze strijd van de kleine horen “een tijd, tijden en een halve tijd” (Dan.7.25). Ook in Openbaring duurt de strijd van het beest tegen de heiligen “een tijd, tijden en een halve tijd” (Openb.12.14). Dezelfde periode wordt ook aangeduid als 1260 dagen (Openb.12.6) en 42 maanden (Openb.13.5)


4)    De ‘heiligen’ worden overwonnen. In beide gevallen moetende heiligen het onderspit delven.  Wat de kleine horen betreft, blijkt dit uit Daniël 7.21 en in het geval van het beest lezen we dat in Openb.13.7.

 

5)    Opstand tegen Gods wet. De kleine horen is er op uit de wet te veranderen (Dan.7.25). Dit is ook wat het beest in Openbaring beoogt. Dit kunnen we concluderen uit de tegenstelling tussen de gelovigen en de aanbidders van het beest. Het specifieke kenmerk van de gelovigen is dat zij de “geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben” (Openb.12.17). Het beest daarentegen heeft zijn eigen merkteken. Ieder die hem volgt en aanbidt, ontvangt dit teken op zijn voorhoofd of rechterhand (Openb.13.16). Dus zowel in Daniël als in Openbaring staat Gods wet onder druk.  

-----------------------------------------------------------------------------------------------

KLEINE HOREN (Dan.7,8)

Kenmerken 

------------------------------------------------------------------------------------------------

Opstand tegen God

Grootspraak tegen de hoogste God

Strijdt tegen/overwint de heiligen

Heiligen overgeleverd voor 3½ jaar (= 42 mnd)

Verandert … de wet 

Wierp de waarheid ter aarde

 

Gerechtshof houdt zitting

Kleine horen geheel vernietigd

Aanvang heerschappij van de Mensenzoon

***

 

GODS RIJK

Mensenzoon ontvangt koningschap

 

 

De heiligen ontvangen wereldheerschappij

 “tot in de eeuwen der eeuwen”

------------------------------------------------------------------------------------------------

------------------------------------------------------------------------------------------------

BEEST UIT DE ZEE (Opb.13)

Kenmerken 

------------------------------------------------------------------------------------------------

Opstand tegen God: beest laat zich aanbidden

Grootspraak en Godslastering

Strijdt tegen/overwint de heiligen

Heiligen aan het beest overgeleverd voor 42 mnd

Afgedwongen aanbidding; merkteken aangebracht

De waarheid verworpen: afvalligheid/geestelijke hoererij

 

“Het uur van zijn oordeel is gekomen”

‘Babylon’ geheel verwoest

“Ik kom… om te vergelden”

***

 

GODS RIJK

“Nu begint de heerschappij van onze Heer…

… en van zijn Messias”

 

De heiligen zullen als koningen heersen

“tot in eeuwigheid” 

------------------------------------------------------------------------------------------------

Fig.4: Overeenkomsten tussen de kleine horen en het beest uit de zee

 

6)    Gods waarheid ter aarde geworpen. Van de kleine horen wordt gezegd “hij wierp de waarheid ter aarde” (Dan 8.12). Het beest is er ook de oorzaak van dat Gods waarheid aan alle kanten met voeten wordt getreden. In die rol heeft het de benaming van ‘Babylon de hoer’. Deze hoer heeft alle volken uit de beker van haar geestelijke hoererij (afvalligheid) doen drinken (Openb.14.8). Ook de aanbidding die het beest afdwingt, gaat rechtstreeks in tegen de Bijbelse waarheid dat alleen God waardig is om te worden aanbeden. God waarschuwt dan ook de aanbidders van het beest en zijn beeld dat zijn oordeel over hen aanstaande is (Openb.14.6-7).

 

7)    Het oordeel over beide machten. Nadat in Daniël de vier dieren hun rol in de wereldgeschiedenis hebben vervuld, komt er een einde aan hun heerschappij (Dan.7.11,12).

Na een zitting van de hemelse rechtbank worden zij én de kleine horen vernietigd (Dan.7.26).

Ook voor het beest uit de zee komt uiteindelijk het uur van Gods oordeel (Openb.14.7).

Het wordt veroordeeld tot de poel van vuur en zwavel (Openb.19.20; 20.10).

 

8)    Het Koninkrijk van God: einde van de kleine horen. We constateren ten slotte dat gelijk na het oordeel het Koninkrijk van de Allerhoogste wordt opgericht. Zowel de kleine horen als het beest zijn er dan niet meer. Het koninkrijk van God zal voor altijd blijven bestaan. Er zal nooit meer een ander wereldrijk op volgen (Dan.2.44).

 

2e voorlopige conclusie

In deze vergelijking tussen de kleine horen en het beest is het grote aantal frappante overeenkomsten dus wel erg opvallend. We kunnen dan ook met recht een tweede voorlopige conclusie trekken: 

Het grote aantal opmerkelijke overeenkomsten tussen de kleine horen en het beest uit de zee duidt erop dat we hier niet met twee verschillende machten maar met één en dezelfde macht te maken hebben.

 

Zou hierover toch nog enige twijfel bestaan, dan zijn de chronologische overeenkomsten die tussen deze twee machten kunnen worden aangetoond nog een extra reden om die twijfel geheel weg te nemen.

 

Kleine horen en beest: chronologische overeenkomsten

Omdat de activiteiten van de draak en het beest (c.q. de kleine horen) zich afspelen in de context van het Romeinse Rijk is het zinvol eerst een globaal schematisch overzicht te geven de verschillende tijdperken van dit Rijk. 

-----------------------------------------------------------------------------------------------

HET ROMEINSE RIJK

----------------------------------------------------------------------------------------------

--------------------------------------------

750-509 voor CHR.

--------------------------------------------

509-27 voor Chr. 

--------------------------------------------

27 voor Chr.-1453 ná Chr.

 

395-1453

 

395-476 

--------------------------------------------

 476- heden 



--------------------------------------------

--------------------------------------------

Koningen 

--------------------------------------------

Republiek 

--------------------------------------------

Het keizerrijk In 395 splitsing in:


Oost-Romeinse Rijk en


West-Romeinse Rijk

 --------------------------------------------

Uiteengevallen

West-Romeinse rijk 

--------------------------------------------

Fig.5: Openbaring 12 en 13 ten tijde van het Romeinse rijk

 

Met dit historische overzicht in gedachten brengen we nu de relevante gegevens uit Daniël en Openbaring onder in het schema van Figuur 6. Voor ons doel onderscheiden we drie perioden: het Romeinse Keizerrijk, het verdeelde West-Romeinse Rijk en tot slot het komende Godsrijk. Voor de duidelijkheid geven we bij elke periode ook een korte toelichting.

 

-Het Romeinse Keizerrijk: begin van de christelijke jaartelling 

Het Romeinse Keizerrijk (linker kolom) is de periode van de benen van het beeld uit Daniël 2 - het ‘ijzersterke’ Rome (zie o.a. Fig.2 hierboven). Volgens het evangelie van Lukas werd Jezus geboren toen de Romeinse keizer Augustus het bevel gaf dat iedereen in zijn geboortestad moest worden ingeschreven. Ook is uit de evangeliën algemeen bekend dat de Romeinse vorst Herodes heeft getracht Jezus bij zijn geboorte te doden (Mat.2.13-18). De geboorte van Jezus vindt dus plaats ten tijde van het Romeinse keizerrijk.

 

In Openbaring 12 lezen we hoe de draak het kind van de vrouw van het leven wil beroven (rechter kolom). Vrijwel iedere Bijbelverklaarder zal ermee instemmen dat dit kind Jezus is. Uit deze gegevens blijkt dat we in beide kolommen te maken hebben met de geboorte van Jezus. Daaruit volgt logischerwijze dat we ons in deze fase van het Romeinse Rijk bevinden aan het begin van de christelijke jaartelling.

----------------------------------------------------------------------------

DANIEL 2, 7 en 8 

------------------------------------

ROMEINSE KEIZERRIJK  

 

BENEN van ijzer 

(1e fase Dan.2.40)

Keizer Augustus: JEZUS geboren

Begin van het Chr. tijdperk 

------------------------------------------

WEST- ROMEINSE RIJK

VOETEN van ijzer en leem 

(2e fase Dan.2.41-43)

Verdeelde, verzwakte Rijk

KLEINE HOREN

Kenmerken

Opstand tegen God

Grootspraak tegen de hoogste God

Strijdt tegen/overwint de heiligen

Heiligen overgeleverd voor 3½ jr (=42mnd)

Verandert … de wet 

Wierp de waarheid ter aarde

* * *

Gerechtshof houdt zitting

Kleine Horen geheel vernietigd

Aanvang heerschappij van de Mensenzoon

-----------------------------------------------------------

GODS RIJK

Mensenzoon ontvangt koningschap

De heiligen ontvangen wereldheerschappij

 “tot in de eeuwen der eeuwen"


-------------------------------------------------------------------

--------------------------------------------------------------------------------------

OPENBARING 12, 13 en 14 

-------------------------------------

ROMEINSE KEIZERRIJK

 

OPENB.12

 (= 1e fase Dan.2)

DRAAK wil Kind JEZUS doden

 Begin van het Chr. tijdperk 

-------------------------------------------

WEST-ROMEINSE RIJK

OPENB.13

(= 2e fase Dan.2)

Beest: plaatsvervanger van draak

BEEST UIT DE ZEE 

Kenmerken

Opstand tegen God: beest laat zich aanbidden

Grootspraak en Godslastering

Strijdt tegen/overwint de heiligen

Heiligen aan het beest overgeleverd voor 42 mnd

Afdwingen van aanbidding/merkteken van het beest

De waarheid verworpen: afvalligheid/geestelijke hoererij 

* * *

“Het uur van zijn oordeel is gekomen”

‘Babylon’ geheel verwoest

“Ik kom… om te vergelden” 

-----------------------------------------------------------------------------

GODS RIJK

“Nu begint de heerschappij van onze Heer…

… en van zijn Messias”

De heiligen zullen als koningen heersen

“tot in eeuwigheid”

-----------------------------------------------------------------------------

Fig.6: Identieke kenmerken van de ‘kleine horen’ en het ‘beest uit de zee’


-Het verdeelde West-Romeinse Rijk: opkomst van de kleine horen

Het beest uit de zee is volgens Openbaring 13.2 de opvolger van de draak. Dit beest verschijnt dus wanneer we ons reeds ‘op een bepaald moment’ in het tijdperk van de christelijke jaartelling bevinden (zie ‘Periode 1’ hierboven). We hebben iets eerder in dit hoofdstuk geconcludeerd dat de kleine horen en het beest uit de zee één en dezelfde macht voorstellen (zie ‘Voorlopige conclusie (2)’ hierboven). Derhalve volgt daaruit dat de ‘kleine horen’ (dus ook) verschijnt ‘op een bepaald moment’ tijdens de christelijke jaartelling. Maar zelfs dat ‘bepaald moment’ kunnen we nog wat nauwkeuriger bepalen. In de symboliek van Daniel 2 wordt de periode van de benen van het beeld gevolgd door die van de voeten (zie linker kolom Fig.6, evenals Fig.2). Deze overgang van de ‘ijzersterke’ benen naar de zwakke voeten, stelt historisch gezien de overgang voor van het West-

Romeinse Keizerrijk naar het verdeelde en verzwakte Rijk van ná de val van Rome in 476 ná Christus.[1] 

 

3e voorlopige conclusie

Chronologisch gezien verschijnt het beest uit de zee, c.q. de kleine horen, tijdens het verdeelde West-Romeinse Rijk, dus pas ná het jaar 476 van de christelijke jaartelling.

 

-Het komende Godsrijk: Het oordeel over de kleine horen c.q. het beest

Uit Figuur 6 is verder nog af te lezen dat het Gerechtshof zitting houdt, het oordeel over de kleine horen wordt geveld en het vijfde Rijk, dat van God, wordt opgericht. We herinneren er hier aan dat deze rechtszitting plaatsvindt aan het einde van het vierde rijk uit Daniël 2, 7 en 8, dat is aan het einde van het (uiteindelijk verdeelde) Romeinse Rijk, zoals we hiervoor meerdere keren hebben aangetoond (zie bijvoorbeeld Fig. 2, 3 en 4). Het komende Godsrijk en daarom ook deze vernietiging van de kleine horen ligt ook in onze tijd nog steeds in de toekomst. Met andere woorden, de kleine horen, c.q. het beest uit de zee, is nu nog steeds een aanwezige en relevante factor in het profetische wereldbeeld. Antiochus IV, ‘de preteristische kleine horen’ daarentegen, is al vele eeuwen geschiedenis. Dit onderstreept nog eens temeer dat het preterisme in deze een verkeerde voorstelling van zaken geeft.

 

Het preterisme: uit de lucht gegrepen?

Ondanks alle argumenten tegen het preterisme, zou het veel te ver gaan om te stellen dat dit interpretatiemodel nergens op berust. De Jezuïet Luis Del Alcazar had wel degelijk argumenten waarmee hij zijn preteristische interpretatiemodel (1614) heel aannemelijk kon doen lijken. Koning

Antiochus IV Epiphanes heeft zonder meer wandaden gepleegd die wel passen in het beeld dat Daniël schetst van de kleine horen. Wie daar verder kennis van wil nemen kan preteristische Bijbelcommentaren en geschiedkundige bronnen hiervoor raadplegen. 

 

Wat het beest uit de zee betreft, zullen preteristen uiteraard ontkennen dat het identiek is aan de kleine horen. In plaats daarvan stellen zij dat keizer Nero (54-68 na Chr.) de vervulling is van het beest uit de zee. Ook hier zijn overeenkomsten aan te tonen tussen de genadeloze strijd van het beest tegen de gelovigen en de gruwelijke christenvervolging van Nero. Bovendien voldoet de combinatie van naam en titel van Nero (Nero Kesar) ook aan het getal 666, het getal van het beest. Maar een gedeeltelijke vervulling is lang niet hetzelfde als een volledige vervulling. Een voorlopige, gedeeltelijke vervulling van een profetie zien we wel vaker in de Schrift. We beperken ons hier tot twee voorbeelden om dat te illustreren.

 

Het optreden van Johannes de Doper maakte dat veel van zijn tijdgenoten meenden in zijn werken de vervulling te mogen zien van de profetieën over de komende Messias (Luk.3.15-17). Zelfs de geestelijke leiders stuurden een delegatie naar Johannes met de vraag of hij nu de Christus was of niet. Zijn antwoord was duidelijk. Hij ontkende het ten stelligste. Johannes wees hen erop dat hij slechts een heraut was, die de komst van de Messias moest aankondigen (Joh.1.19-28). Zijn rol beantwoordde maar gedeeltelijk aan de profetieën over de Messias. Het tweede voorbeeld is de rede van Jezus over de verwoesting van de tempel en het einde van de wereld. Een aantal van de tekenen die Jezus had genoemd werd vervuld bij de verwoesting van Jeruzalem. Maar de uiteindelijke en volledige vervulling heeft tot op de dag van vandaag nog niet plaats gevonden. De verwoesting van Jeruzalem zou je kunnen duiden als een voorteken en bevestiging dat de ware vervulling vast en zeker zal plaatsvinden. 

 

Zo zouden we ook kunnen zeggen dat Antiochus en Nero tot op zekere hoogte de rol van een heraut vervulden. Of dat ze als een teken en voorproef dienden van de komst van respectievelijk de kleine horen en het beest. Maar wat Antiochus aangaat, blijkt dat bij wat nauwkeuriger onderzoek hij in geen geval in aanmerking komt voor de feitelijke en volledige vervulling van profetie over de kleine horen. Daarvoor hebben we hierboven al voldoende steekhoudende argumenten aangevoerd. Dat zouden we ook in het geval van Nero kunnen doen. Maar die bewijsvoering valt buiten het bestek van dit essay. 

 

NAAR EEN EINDCONLUSIE

 

De titel van dit essay luidt: “Kleine horen – groot probleem?” We zijn begonnen met te memoreren dat de symbolische ‘kleine horen’ uit Daniël 7 in historicistische kringen wordt geïnterpreteerd als het middeleeuwse pausdom dat gelovigen met een afwijkende mening vaak op wrede wijze vervolgd heeft. Volgens de preteristische interpretatie echter verwijst deze ‘kleine horen’ naar de GrieksHellenistische koning Antiochus IV die zijn schrikbewind ten aanzien van de Joden uitoefende van 175-164 vóór Christus.

 

Er is hier dus daadwerkelijk sprake is van een groot probleem omdat we te maken hebben met twee fundamenteel tegenstrijdige interpretaties. De cruciale vraag die we hierbij moesten beantwoorden was dus deze: Vindt de vervulling van de profetie van de kleine horen nu plaats vóór de geboorte van Christus (Antiochus IV) of erna (het pausdom)? 

 

Om het antwoord daarop te vinden, hebben we de relevante delen uit de boeken Daniël en Openbaring bestudeerd. Daarbij kwamen we tot een drietal voorlopige conclusies:  Ten eerste, wat ‘de Meden en Perzen’ betreft, is het preterisme in strijd met de betreffende profetisch-historische gegevens uit het boek Daniël. Er is onmiskenbaar sprake van manipulatie van deze gegevens en daaruit volgde onze eerste voorlopige conclusie: het preterisme leidt tot een geforceerde en daardoor incorrecte interpretatie van de kleine horen.

Ten tweede hebben we ook het boek Openbaring bij onze studie betrokken. Daarbij kwam aan het licht dat er een groot aantal opmerkelijke overeenkomsten bestaat tussen de ‘kleine horen’ en ‘het beest uit de zee’. Dat leidde tot de tweede voorlopige conclusie: we hebben hier niet met twee verschillende machten te maken maar met één en dezelfde macht.

Tot slot kwamen we met behulp van (afgeleide) chronologische gegevens uit Daniël en Openbaring tot de derde voorlopige conclusie: het beest uit de zee, c.q. de kleine horen, verschijnt pas op het wereldtoneel ná het jaar 476 van de christelijke jaartelling.

 

Gezien deze drie voorlopige conclusies, waaruit blijkt dat:

-                 het preterisme de Bijbelse gegevens met betrekking tot het Medo-Perzische Rijk manipuleert

-                 het preterisme de Bijbelse chronologie van Daniël en Openbaring negeert wat betreft het tijdstip waarop de kleine horen verschijnt

en verder uitgaande van de Bijbel als onze enige gezaghebbende bron, valt er geen andere eindconclusie dan deze te trekken:

 

Eindconclusie

Met betrekking tot de kleine horen uit Daniël is het preterisme gebleken een onbetrouwbaar en derhalve onbruikbaar interpretatiemodel te zijn.

 

 

Tot slot 

De vraag die ten grondslag lag aan dit essay was of protestanten met hun historicistische interpretatie goede redenen hebben om de kleine horen nog altijd te interpreteren als het pausdom óf dat de preteristen het gelijk aan hun kant hebben door Antiochus daarvoor in aanmerking te laten komen. Uit de drie deelconclusies en de eindconclusie van dit essay is gebleken dat preteristen geen schijn van kans hebben aangezien de kleine horen, c.q. het beest uit de zee, zowel volgens Daniel als Openbaring pas verschijnt ná het jaar 476 van de christelijke jaartelling. Met dit cruciale chronologische gegeven is Antiochus IV dus volledig gediskwalificeerd als ‘de kleine horen’ omdat zijn schrikbewind plaatvond voorafgaand aan het christelijke tijdperk, namelijk 175-164 vóór Christus.  Daarentegen ondersteunt het de historicistische interpretatie dat de kleine horen het middeleeuwse pausdom is, aangezien dit als vervolgende macht later opkwam dan het jaar 476 ná Christus. De interpretatie van de kleine horen is dus inderdaad een groot probleem – maar dan voor preteristen en niet voor historicisten.

 

 

 

*****


 
[1] Opmerking: We zouden de splitsing in een Oost-Romeins en West-Romeins Rijk al kunnen zien als een eerste teken van de verzwakking. Maar na deze splitsing raakt het Oost-Romeinse rijk buiten beeld wat betreft de profetie over de kleine horen. De Bijbelse focus is daarna duidelijk gericht op het verdeelde en verzwakte West-Romeinse rijk. De val van Rome in 476 na Christus markeert formeel het begin van dit verdeelde, onsamenhangende rijk van ‘de voeten’ (Dan.2.41-43). Omdat de kleine horen juist in deze fase verschijnt, moeten we deze macht in elk geval láter dateren dan 476 ná Christus.